Begin dit jaar heeft de gemeente Groningen een duo aangesteld als stadsbouwmeesters: Ben van der Meer en Michiel Van Driessche. Groningen is de grootste stad van Nederland die traditioneel een eigen, onafhankelijke stadsbouwmeester aanstelt als adviseur. De rol van de stadsbouwmeester is gevraagd en ongevraagd advies geven over ruimtelijke kwaliteit in de breedste zin van het woord. Niet alleen dat de rol nu door een duo wordt ingevuld is bijzonder, maar ook dat Van Driessche landschapsarchitect is. Wij spraken met Van Driessche over hun visie op stedelijke transformaties, de rol van groen in de stad, en de unieke uitdagingen van Groningen.
Van Driessche: “Ik kom oorspronkelijk uit Gent en werk momenteel vanuit Rotterdam, maar ik heb veel ervaring met projecten in Groningen. Met mijn bureau Felixx hebben we bijvoorbeeld de Leidraad voor de openbare ruimte van Groningen gemaakt. We hebben gekeken naar hoe we de stad klimaatadaptief en sociaal aantrekkelijker kunnen maken. Ik ken Groningen goed en ben al vele jaren betrokken bij verschillende projecten hier.”
“Ja, voor zover wij weten is het voor het eerst dat een landschapsarchitect deze rol vervult. Ik deel de functie met Ben van der Meer, die een achtergrond als architect heeft. De keuze voor ons als duo is bewust gemaakt, omdat stedelijke opgaven tegenwoordig niet alleen gaan over gebouwen, maar ook over de ruimte daartussen: het stadslandschap. De grote uitdagingen van deze tijd, zoals klimaatverandering, vragen om een integrale aanpak.”
“Wat Groningen bijzonder maakt, is de combinatie van stedelijke en landelijke gebieden binnen de gemeentegrenzen. De stad is omgeven door een groot agrarisch gebied en natuur, wat unieke kansen biedt om een duurzame relatie te ontwikkelen tussen stad en platteland. Het is een groeiende gemeente, maar we willen die groei zodanig vormgeven dat het landelijke karakter behouden blijft en zelfs versterkt wordt. De uitdaging is om de stad te laten groeien zonder dat de kwaliteit van het omliggende landschap verloren gaat.”
“Groningen heeft, net als andere steden, te maken met woningbouwopgaven en de druk om te verdichten. Dit vraagt om slimme keuzes om zowel de leefbaarheid als de duurzaamheid te waarborgen. Daarnaast speelt de stad een belangrijke rol als voorzieningen- en kenniscentrum voor de hele regio. Het is dus cruciaal om een balans te vinden tussen stedelijke groei en de verbinding met het omliggende gebied.”
“De Green Deal van de Europese Unie, met als doel 55% CO2-reductie tegen 2030, vormt een belangrijke leidraad. Dit betekent dat we op een nieuwe manier moeten nadenken over gebiedsontwikkeling. In plaats van gebouwen te slopen, kijken we hoe we kunnen transformeren en hergebruiken. Ook kijken we naar vergroening en het integreren van natuurlijke elementen in stedelijke gebieden, zodat de stad beter bestand is tegen extreme weersomstandigheden.”
“Zeker. We streven naar een integrale benadering waarin groen en blauw (water) structuren de basis vormen voor nieuwe ontwikkelingen. Dit betekent dat we natuurlijke oplossingen zoals waterbeheer en biodiversiteit centraal stellen in onze plannen. We willen dat nieuwe gebieden zich aanpassen aan het lokale ecosysteem, wat essentieel is voor een klimaatbestendige stad.”
“Ben en ik kennen elkaar al vijftien jaar, dus er is een sterke basis van wederzijds vertrouwen. Onze disciplines – architectuur en landschapsarchitectuur – vullen elkaar goed aan. Waar architectuur zich vaak richt op de gebouwde omgeving, kijken wij ook naar de ruimte eromheen. Samen werken we aan een geïntegreerde aanpak die rekening houdt met zowel de stenen als de groene en blauwe elementen van de stad. Dit voorkomt mogelijke frictie en zorgt voor een meer samenhangend stadsbeeld.”
“Dat is inderdaad een van de grotere uitdagingen, zeker in een historische stad als Groningen. In nieuwe ontwikkelingen is het makkelijker om groen en blauw te integreren, maar in het bestaande weefsel moeten we soms creatiever zijn. Een goed voorbeeld is de Grote Markt, waar de discussie ontstond over het gebrek aan bomen. Dit zijn afwegingen die we zorgvuldig maken: wat is de balans tussen cultuurhistorische waarde en de noodzaak van vergroening? Hier willen we innovatief te werk gaan, bijvoorbeeld door groene daken of gevels te introduceren in de bestaande stad.”
“We zetten in op een groei van Groningen die bijdraagt aan het realiseren van de Europese klimaatdoelstellingen. Dat betekent bijvoorbeeld dat we willen afstappen van de automatische reflex om gebouwen te slopen. In plaats daarvan kijken we naar transformatie en hergebruik. Daarnaast wordt de openbare ruimte, die opnieuw wordt ingericht vanwege de aanleg van energie-infrastructuur, een belangrijke kans om de stad te vergroenen en het blauw te versterken.”
“We betrekken bewoners en ondernemers actief bij onze plannen. Groningen heeft een zeer betrokken gemeenschap, en het Architectuurcentrum GRAS organiseert regelmatig evenementen om de stad te betrekken bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen. We werken ook samen met lokale instanties en professionals om ervoor te zorgen dat de plannen breed gedragen worden en aansluiten bij de behoeften van de stad.”
“Dat is zeker een uitdaging. Het onderhoud van groen en klimaatbestendige infrastructuur vereisen specialistische kennis en hogere kosten. We werken eraan om te zorgen dat onderhoud geïntegreerd wordt in het hele proces van gebiedsontwikkeling, bijvoorbeeld door ook middelen te organiseren vanuit andere portefeuilles, zoals sport en mobiliteit. Samenwerking tussen verschillende disciplines is hierbij cruciaal.”
“Hoewel we pas sinds februari in functie zijn, zijn we al nauw betrokken bij verschillende projecten. Verder werken we nu aan de implementatie van de Leidraad voor de openbare ruimte, waarbij de herinrichting van straten – onder andere vanwege de energietransitie – kansen biedt om de stad te vergroenen. Dit zijn langdurige processen, maar we werken hard aan een groene en duurzame toekomst voor Groningen.”